1. Met zijn drieën ga je de antwoorden op het web opzoeken. Voor het zoeken krijg je één lesuur de tijd.
2. Zet eerst de vragen uit de taak puntsgewijs op papier en zoek de antwoorden op de sites die genoemd zijn in deze webkwestie. Verdeel eventueel de vragen tussen jullie drieën.
3. Thuis verwerk je de antwoorden in een verhaal van maximaal één A4-kantje. In dat verhaal vertel je zoveel mogelijk wat je nu al weet van veiligheid.
4. Per drietal lever je één verhaal in.
5. In les twee en drie ga je werken aan het veiligheidskwartet.

De vier vetgedrukte onderdelen in de opdracht zijn de vier categorieën van het veiligheidskwartet (1= brand en brandpreventie, 2=veiligheidsregels, 3=gevarensymbolen, 4=ongelukken in het lokaal).

Per categorie heb je vier onderdelen gevonden.

Maak nu bij elk onderdeel (in totaal dus 4x4=16) een kaartje waarop je een plaatje zet wat hierbij hoort, met daaronder een korte uitleg of omschrijving. De docent levert je blanco kaartjes aan die je aan 1 kant moet bewerken. Hou je hier dus ook aan, anders kan een medeleerling al zien welke kaarten je in je bezit hebt!

Hier zie je een voorbeeld van een kwartetkaartje (je gebruikt dus een andere dan vermeld):